Vooral aan het einde van het jaar zijn de donkere stratem en huizen vaak sfeervol verlicht. Ook als de kerstverlichtingbuiten na de feestdagen langzaam weer wordt opgeborgen, wil je blijven genieten van sfeervolle verlichting rond het huis en in de tuin. Met goede tuinverlichting kun je het hele jaar door genieten van een mooi verlichte tuin. Tuinlampen zijn in alle soorten en maten verkrijgbaar, van staande verlichting als lantaarnpalen tot feestelijke lichtjessnoeren om aan de schutting te hangen.

Als je je tuinverlichting gaat aanleggen, is het natuurlijk belangrijk dat het er niet alleen mooi uitziet maar vooral dat het technisch helemaal veilig en in orde is. Lees hier hoe je het aanleggen van je tuinverlichting aan kunt pakken.

Bereid je goed voor

Maak eerst een lichtplan door op een plattegrond van je tuin aan te geven wat voor verlichting je waar wilt hebben. Het is handig om hier ook andere elektrische apparaten (zoals een terrasverwarmer) op in te tekenen, zodat je het vermogen dat deze apparaten nodig hebben kunt incalculeren in je plan. Maak vervolgens een overzicht van verlichting en andere schakelaars die je samen of juist apart wilt kunnen bedienen.

Geef met kleurcodes aan welke kabels er op een circuit aangesloten kunnen worden om een goed overzicht te krijgen. Aanpassingen aan het elektriciteitsnet vergen altijd een veilige aanpak en omdat vocht in combinatie met elektriciteit gevaarlijk is, komen bij het aanleggen van tuinverlichting nog extra risico’s kijken. Raadpleeg bij twijfel dan ook een elektricien voordat je je plan uitvoert of vraag bijvoorbeeld een lichtadviseur om je te helpen bij het maken van je lichtplan.

De kabels

Afhankelijk van het aantal lampen, eventuele andere elektrische apparaten op het circuit en de afstand tot de zekeringskast, kies je de geschikte kabeldikte. In de meeste gevallen zal dit 2,5 mm2 zijn en als je alleen verlichting op het circuit aansluit zal 1,5 mm2 volstaan. Een soepele zwarte EXVB- of een grijze XVB-kabel zijn vaak geschikt, maar zorg dan wel voor goede bescherming door hem minimaal 60 cm diep in te graven en in een beschermingsbuis in te pakken.

Zorg dat elke kabel bij de aansluiting zo goed als verticaal uit de grond komt en dan weer recht omlaag de grond in gaat tot het volgende aansluitingspunt – met per aansluitingspunt een totale lengte van zo’n 2 meter. Om kabels aan elkaar te koppelen kun je een lasdoos gebruiken, met wartels voor het vastzetten en beschermen tegen vocht en vuil van buiten.

Bediening, lampen en aansluiting

Kies voor de schakelaars van de tuinverlichting een voor jou logische plek uit, bijvoorbeeld dicht bij de zithoek of tuindeur, zodat je er snel en makkelijk bij kunt, of ga voor het gemak van draadloze bediening. Voor de keuze van de tuinlampen, is ledverlichting vaak het mooist en energiezuinig. Laat je adviseren of test goed welke lichtintensiteit (uitgedrukt in lumen) en kleurtemperatuur (uitgedrukt in Kelvin) het beste bij de plek en het doel van de verlichting passen.

Zo kun je met een lamp van 100 lumen kleine lichtaccenten op de schutting aanbrengen, terwijl je een projector van 5.000 lumen gebruikt om bijvoorbeeld een grote boom uit te lichten. Tot slot moet je nieuwe installatie worden aangesloten op de zekeringskast met een eigen zekering, wat je het beste door een erkende elektricien uit kan laten voeren, zodat je zeker weet dat dit veilig gebeurt. Nu weet je hoe je het aansluiten van tuinverlichting het beste kunt aanpakken.